Manjari helpt arbeiders zich te registreren voor uitkeringen

Het waren pakkende beelden. Miljoenen arbeiders stroomden de steden uit om honderden kilometers terug te wandelen naar hun geboortedorp, luttele dagen en uren voor de start van de lockdown en voor het reisverbod van de Indiase regering om de verspreiding van Covid in te perken. Tijdens deze exodus in 2020 bleek duidelijk hoe groot het probleem van ongeregistreerde arbeidskrachten is.

Man sits at computer, registering Indian women workers for their E-Shram card.
Arbeidsters krijgen hulp bij het aanvragen van hun e-Shramikaart, waarmee ze toegang krijgen tot werkloosheidsuitkeringen en sociale zekerheid.

Registratie biedt namelijk toegang tot sociale zekerheid. Zonder die registratie krijgt een arbeider geen overheidssteun in moeilijke tijden. Manjari, de NGO die op het terrein werkt in het kasseiproducerend gebied Budhpura in Rajasthan, is al jarenlang op de hoogte van het probleem. Of het nu gaat om migranten of plaatselijke inwoners, de meeste arbeiders zijn niet geregistreerd.

De arbeidsomstandigheden voor alle arbeiders verbeteren is een essentieel onderdeel om succesvol Child Labour Free Zones in te richten. Manjari wijst werfeigenaren al vele jaren op het belang van het registreren van hun werknemers. zodat ze aanspraak kunnen maken op hun arbeidsrechten.

Registratie van de e-Shramikaart

De e-Shramik kaart – een nieuw overheidsdocument- is voor Manjari een belangrijke stap in de juiste richting. De kaart die in 2021 werd ingevoerd werkt op basis van een unieke 12-cijferige code en biedt zo elke arbeider toegang tot uitkeringen en sociale zekerheid.

Voor wie niet beschikt over recente digitale toestellen of geen toegang heeft tot internet kan de registratie moeilijk zijn. Vrijbuiters boden zich aan om die leegte te vullen. “Mensen proberen hier geld uit te slaan”, zegt Manish. “Het zou 20 tot 30 roepies moeten kosten, maar nu vragen ze 200 tot 300 roepies.”

Om de arbeiders te helpen, richtte Manjari een registratiecentrum op met internettoegang, een printer en een lamineermachine. “We contacteerden vrouwen in de zelfhulpgroepen,” zegt hij, “en in slechts enkele dagen tijd maakten we honderd kaarten aan.”

Het aanbieden van deze dienst opent heel wat deuren voor Manjari, want zo zien ze heel wat arbeiders die zich nog niet eerder hadden gemeld. Daarnaast is het ook heel intensief werk. Door van deur tot deur te gaan – in tot dusver tien dorpen – kon de organisatie in elk dorp aan elk huishouden een kaart overhandigen. Binnenkort start ook een nieuw registratiecentrum op in het nabijgelegen Sukhpura. “Zo hopen we alle arbeiders in het gebied te bereiken”, voegt Manish eraan toe.

Een extra moeilijkheid is dat de registratie moet worden gekoppeld aan iemands Aadhaar-kaart, in essentie een identiteitskaart met onder meer toegang tot bank- en mobiele telefoondiensten.

“En heel belangrijk is de e-Shram te koppelen aan de werkgever,” zegt Manish. “Als arbeiders zich kwetsen of er zijn inbreuken op de werkplek, moeten we weten op welke locatie ze zich bevinden.”

Werken met bedrijven

Hoewel de e-Shram een stap vooruit is, is het slechts een deel van de oplossing. “Lokale bedrijven houden de boot af,” legt Manish uit. “Hoewel we hier nu 10 à 12 jaar actief zijn, zetten ze de stap naar ons niet.”

Dat wil niet zeggen dat er niet veel is gerealiseerd. Zo is er een werkplaats met een elektronisch toestel waar arbeiders zich via gezichtsherkenning of met een duimafdruk kunnen aanmelden. Arbeiders zien hier ook steeds meer de voordelen van in, want het geeft hen een overzicht van de uren die ze hebben gewerkt. En niet-officiële onderwijscentra in de kasseiwerkplaatsen hebben ertoe geleid dat een flink aantal jonge kinderen toch naar school gaat.

“We moeten meer vertrouwen creëren tussen alle betrokkenen”, zegt Manish. “Ze stellen zich argwanend op. Maar we geven hen nergens de schuld van. We vragen alleen om wat meer inspanningen te doen, om initiatieven waarbij elk kind naar school kan gaan en elke arbeider zijn rechten heeft, te ondersteunen.”

De kracht van positieve druk

Dit is waar bedrijven als London Stone en Brachot, die No Child Left Behind ondersteunen, hun stem kunnen laten horen. “We hebben positieve druk nodig van internationale bedrijven,” zegt Manish, “zodat we duidelijk kunnen maken dat het geen kwaad kan als elk kind naar school gaat, en dat de arbeidsregistratie van alle werknemers op geen enkele manier een negatieve impact heeft op het bedrijf.”

London Stone en Brachot zullen daarom hun leveranciers proactief benaderen om registratie aan te moedigen. Dit is iets waar iedereen betrokken bij natuursteenprojecten aan kan meewerken, of men nu als tuinarchitect een nieuwe plan uitwerkt of als particulier zelf ontwerpt en aanlegt, of als plaatser tegels aankoopt… Door met de juiste partners samen te werken, laat je zien dat het ertoe doet hoe de materialen worden geproduceerd. “Veel Europese bedrijven kennen namelijk nog steeds niet de details van alle betrokkenen in hun toeleveringsketen,” zegt Manish.

Start gewoon met jezelf deze vragen te stellen. En doe met ons mee om stappen vooruit te zetten naar verandering.

Continue Reading

No Child Left Behind: verhinderen dat kinderarbeid terugkeert nu de scholen door corona dicht blijven

Omdat de scholen gesloten zijn, improviseren kinderen een schoolbank waar ze kunnen.
Omdat de scholen gesloten zijn, improviseren kinderen een schoolbank waar ze kunnen. Foto met dank aan Manjari

Door coronabeperkingen kunnen Indiase kinderen niet naar school. In Budhpura brengt Manjari de school naar de kinderen.

Het is geen geheim dat de coronapandemie India zwaar heeft getroffen. Bovenop  overspoelde ziekenhuizen, zuurstoftekorten en een hoge dodentol is er nog een andere impact — eventuele langetermijngevolgen van deze crisis voor de kinderen van het land.

Corona en schoolsluitingen

Vorig jaar gingen ruim anderhalf miljoen lagere en middelbare scholen in India dicht om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Eind 2020 begonnen enkele staten de scholen opnieuw te openen voor oudere kinderen. Maar volgens Manish Singh, secretaris van Manjari, de lokale ngo die actief is in Budhpura, Rajasthan, zijn scholen in de streek nog altijd gesloten. Op lange termijn heeft dit — niet alleen voor de kinderen, maar ook voor hun toekomstige gezinnen — tot gevolg dat ze de komende jaren minder zullen kunnen verdienen.

Varun Sharma is programmadirecteur bij Aravali, het agentschap dat een brug slaat tussen de Indiase overheid en lokale organisaties zoals Manjari. “Gezien de lage leerniveaus,” zegt hij, “zal het volgens onze experts nog eens vier à vijf jaar duren om de achterstand als gevolg van de lange lockdown in te halen.”

En wel als de kinderen opnieuw naar school gaan. Hun leergierigheid op peil houden is een grote uitdaging. Vóór de crisis gingen er in heel India naar schatting zes miljoen kinderen niet naar school. Nu hebben in het hele land 247 miljoen kinderen te weinig tijd doorgebracht in de klas en bestaat de vrees dat velen nooit naar school zullen terugkeren.

De oorzaak hiervan is deels dat sommige kinderen terug gaan werken, wat het met succes aan banden leggen van kinderarbeid voor een deel heeft afgezwakt. Absolute armoede is een van de drijfveren achter kinderarbeid. Niemand kan het de ouders kwalijk nemen dat ze denken dat hun kinderen maar beter geld kunnen verdienen als er geen school is en ze niets om handen hebben.

Met de hulp van experten werden voor hoofdvakken zoals wiskunde en Hindi, werkbladen opgesteld en aan de kinderen bezorgd.
Met de hulp van experten werden voor hoofdvakken zoals wiskunde en Hindi, werkbladen opgesteld en aan de kinderen bezorgd. Foto met dank aan Manjari

Manjari brengt de school naar de kinderen

Ook nu was Manjari druk in de weer met bezoekjes aan gezinnen om uit te leggen dat werken minder oplevert dan de ontwikkeling van het kind. Het gevaar is reëel dat werken de toekomst van het kind op het spel zet, omdat het daarna geen zin meer heeft om terug naar school te gaan.

In zekere zin is Manjari de “school” geworden. Hoewel de centrale overheid vorig jaar initiatieven voor afstandsonderwijs in het leven heeft geroepen, in een poging de schoolsluitingen te compenseren, is de enorme internetkloof tussen steden en het platteland een grote handicap. Vóór corona had naar schatting slechts 4% van de gezinnen op het platteland toegang tot internet. “Voor gezinnen in Budhpura is een mobiel Android-toestel met internettoegang nog een verre droom,” merkt Manish op.

Zodra de coronabeperkingen het toelieten, brachten vrijwilligers de school naar de kinderen. Onderwijsvrijwilligers kregen instructies en de verantwoordelijkheid om honderd gezinnen te bezoeken. “We vormen kleine groepen kinderen,” zegt Manish, “en de vrijwilligers bezorgen de kinderen werkbladen op basis van een minimaal opleidingsniveau. De ingevulde werkbladen krijgen we terug voor feedback.” De vrijwilligers wisten een duizendtal kinderen in Budhpura en de omliggende dorpen te bereiken.

Een meisje leidt de opwarming vóór de lessen beginnen. Naast onderwijsvrijwilligers zijn er ook Community Based Peer Educators
Een meisje leidt de opwarming vóór de lessen beginnen. Naast onderwijsvrijwilligers zijn er ook Community Based Peer Educators— dit zijn oudere jongens en meisjes die naar school gaan. Deze kinderen helpen hun broers en zussen en jongere kinderen uit de buurt om verder te leren. “We noemen hen ‘peers’,” zegt Manish, “omdat ze deel uitmaken van de directe omgeving van de kinderen en een invloed kunnen hebben op andere kinderen.” Foto met dank aan Manjari.

Het belang van spelen

Alleen maar werken en geen plezier maken… is nooit goed. “De ontwikkeling van de kinderen loopt ook psychologische schade op, omdat hun hele omgeving onder de beperkingen lijdt,” zegt Manish. “Daarom hebben we sportmateriaal onder twintig groepen van kinderen verdeeld. Zo kunnen ze in een veilige omgeving met hun vrienden spelen en over hun problemen praten.”

De teams bezochten ook werkplaatsen, waar ze spelletjes organiseerden en in de buurt verhalen vertelden. Zo kunnen kinderen van twee of drie, die niet alleen thuis kunnen blijven wanneer hun ouders gaan werken, een uur of twee spelen.

Een meisjescricketteam
Een meisjescricketteam. Foto met dank aan Manjari

Mobiele bibliotheken brengen boeken naar de kinderen

Een van de meest succesvolle initiatieven om de leergierigheid van kinderen op peil te houden, was de bibliotheek. Omwille van de pandemie ging de centrale bibliotheek — in het kantoor van Manjari in Budhpura — vorig jaar onvermijdelijk dicht. Daarom werd de mobiele bibliotheek bedacht, die tot zestig boeken tegelijk naar verschillende dorpen brengt.

Manjari zorgt voor de nodige financiering van dit initiatief, waarvan de waarde het afgelopen jaar duidelijk is geworden. Ruim 3000 boeken werden ontleend en de vraag naar nieuwe boeken neemt toe.

Vaststellen dat met een relatief kleine investering een verschil kan worden gemaakt, is een van de meest hartverwarmende aspecten van onze inspanningen om de levensomstandigheden te verbeteren.“Afgelegen mijnstreken zijn moeilijk bereikbaar,” legt Varun uit. “Er werd gesuggereerd om met een kleine investering een elektrische riksja -die helemaal niet duur is- te kopen om afgelegen gebieden te bereiken zonder brandstofkosten.Zo kunnen we boeken tot bij deze kinderen brengen en hun leergewoontes ontwikkelen.”

Gebrek aan wetenschappelijke voorzieningen

De problemen als gevolg van corona aanpakken heeft een andere nood aan het licht gebracht, die niets te maken heeft met de pandemie. “De kinderen beschikken niet over de nodige voorzieningen om wetenschap en wiskunde te leren,” zegt Manish. “Omdat er geen leraren zijn voor deze vakken, kunnen we de interesse bij kinderen niet aanwakkeren. En het is net op de leeftijd van negen, tien en elf jaar dat een kind zich een studiehouding eigen maakt.”

Lessen werden gegeven waar mogelijk. Foto met dank aan Manjari
Lessen werden gegeven waar mogelijk. Foto met dank aan Manjari

Vandaar dat voor er voor kinderen geen andere keuze is dan menswetenschappen studeren — wat de toekomstige vaardigheden van het land beïnvloedt. “We staan in contact met plaatselijke consultants,” zegt Manish. “Zodra de coronapandemie voorbij is, willen we in het centrum een zaaltje inrichten waar kinderen naar experimenten kunnen komen kijken.”

Hiertoe worden bij No Child Left Behind de mogelijkheden onderzocht om in boeken, wetenschapssets en andere hulpmiddelen te voorzien, zodat de interesse van kinderen in deze vakken van jongs af aan kan worden aangewakkerd.

Maar dat is nog toekomstmuziek. Nu richten we al onze inspanningen op het geëngageerd houden van de kinderen en hun gezinnen, tot het moment waarop de coronabeperkingen voorbij zullen zijn.

Lees meer over Manjari, de lokale organisatie in Budhpura.

Continue Reading

Het alterego van Indiase zandsteen: Polycaro op bezoek in India

Het Initiatief TruStone is voor de meeste actoren in de natuursteensector geen onbekende meer. Vlaanderen en Nederland bundelden in 2019 de krachten en richtten een multistakeholderinitiatief op waar zowel overheden, bedrijven, ngo’s en vakbonden de schouders zetten onder een verantwoord inkoopbeleid van natuursteen uit risicogebieden. Ketentransparantie en -zorg is de rode draad doorheen dit verhaal

Niet altijd evident, maar evenmin onmogelijk. Immers, gebundelde kracht leidt tot meer impact. Om werkelijk te begrijpen waar het om gaat, is er dit advies: ga ter plaatse en zie met je eigen ogen waar je als bedrijf je materiaal inkoopt. Open de dialoog met je lokale leveranciers en zoek naar oplossingen waar elke partij beter van wordt.

Indiase zandsteen siert tal van opritten, straten en dorpspleinen in België, maar ook in Engeland, Frankrijk en Nederland lijkt men dol te zijn op dit product. De Indiase Kandla-kasseien vormen immers een prima alternatief voor de Belgische Grès du Condroz. De reden? Heel simpel: Kandla kasseien zijn goedkoper, snel leverbaar en dat in elke gewenste hoeveelheid. Een droomscenario voor velen, en voor aanbestedende overheden in het bijzonder. Of toch niet?

In 2005 bracht de Nederlandse ngo Arisa (tot 2019 gekend als de Landelijke India Werkgroep) een niet zo rooskleurig rapport uit waarbij tal van onethische praktijken en schending van de mensenrechten een ongenoeglijke schaduw wierpen op de oorsprong van deze Indiase ‘cobble stones’. Het rapport getiteld: ‘Budhpura ‘Ground Zero’ – Sandstone quarrying in India’ bleek het startschot voor heel wat projecten, initiatieven en samenwerkingsverbanden die doorheen de jaren werden opgestart tussen overheden, ngo’s, en een aantal geëngageerde bedrijven. Een lange weg met veel netelige zijwegen, maar niet onbegaanbaar.

Toen in 2015 ook de nationale media lucht kreeg van dit delicate oorsprongsverhaal, kwamen enkele aanbestedende lokale besturen in nauwe schoentjes te staan. Het woord kinderarbeid was gevallen, dat kwam de politiek niet ten goede. Een ruimer budget werd vrijgemaakt, voor uiteraard, duurdere kasseien van Belgische makelij

Maar is het verplaatsen van je aankoopbron wel de juiste oplossing? Überhaupt niet. Om niet te zeggen: integendeel. Het verhaal is immers complex waarin elke speler zijn eigen persoonlijk aandeel heeft.

Om die complexiteit te begrijpen, zit er maar één iets op: afreizen naar de bron. Zo gezegd, zo gedaan.

Het proces

Het hart van de Indiase zandsteenproductie, en meer bepaald van de Indiase plavuizen of kasseien Kandla Grey en Kandla Ochre, bevindt zich in Budhpura, deel uitmakend van één van de armste regio’s van het land: Rajasthan. 70% van de totale Indiase zandsteenproductie wordt ontgonnen in deze deelstaat.

De plavuizen worden met de hand gekapt uit reststromen zandsteen die ontgonnen worden uit de honderden steengroeves die deze regio typeren. Meestal zijn het vrouwen die deze restfracties kappen in de zogenaamde ‘cobble yards’, daar waar de mannen actief zijn in de groeves voor het ontginnen van zandsteen en het splitten ervan tot tegels. Soms maken deze yards deel uit van het patrimonium van de groeve-eigenaar zelf.

Wat ketentransparantie betreft, vereenvoudigt dit het Due Diligence proces aanzienlijk. In het andere geval kopen onafhankelijke ‘tractor owners’ restfracties op in de groeves, en dumpen deze dan in de yards of… bij de huishoudens zelf. Dit laatste mag je heel persoonlijk nemen: voor elk huisje dat in Budhpura te vinden is, liggen hopen steenafval die door vrouwen in oogverblindend kleurrijke sari’s met hamer en beitel worden gehakt tot het formaat en de dikte die voor onze Westerse tuinpaden, straten en pleinen wenselijk zijn. Wat in de huishoudens en de cobble yards wordt herwerkt tot een perfect eindproduct, wordt door exporteurs opgekocht en doorverkocht aan Europese kopers. Deze importeurs zorgen er als laatste voor dat de Kandla-plavuizen en kasseien uiteindelijk hun weg vinden naar onze kleinhandels, naar aanbestedende overheden, en als laatste stap naar de eindklant.

Tot zover de inleiding. Niks mis mee zult u denken. Tijd voor enkele details.

De uitdagingen

Het Arisa-rapport van 2005 maakte duidelijk dat er heel wat pijnlijke weerhaken aan onze mooie grijze en bruine kasseien vasthangen. Kinderarbeid bleek schering en inslag te zijn. Niet verwonderlijk, zo een gegeven ontstaat immers niet uit zichzelf maar is het gevolg van een ingewikkeld web gesponnen door het rag van armoede en door het niet nauwgezet naleven van de wetgeving. Om dit probleem beter te begrijpen moeten er eerst heel wat andere omstandigheden worden verduidelijkt. Want het één staat, leunt of valt met het andere.

OH&S

Zandsteenontginning in risicolanden wordt geteisterd door arbeiders die uitvallen door longziekten. Waar deze vroeger werden afgeschilderd als TBC, weet men vandaag wel beter. Stoflong of silicose is de boosdoener bij heel wat zieke ‘miners’ en is verantwoordelijk voor een te hoog sterftecijfer op te vroege leeftijd. Het ontbreken van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals o.a. mond- en neusmaskers, en het te weinig inzetten op ontginning door watergestuurde machines ligt hiervan aan de oorzaak.

Sociale bescherming en verloning

Rajasthan is één van de armste deelstaten van India. Vele arbeiders in Budhpura zijn ongeschoold en daarmee ongeletterd. Bovendien bestaat een groot deel van de arbeiders uit ‘migrant workers’ of seizoenarbeiders. Zij behoren veelal tot de laagste gediscrimineerde bevolkingslaag, beter bekend als kasten. Deze mensen hebben nauwelijks tot geen kennis van de wettelijke sociale bescherming waarop ze recht hebben zoals bv. in het geval van ziekte of overlijden. Vrouwen die er alleen voor staan na het overlijden van hun echtgenoot, bevinden zich hierdoor financieel en sociaal in een zeer kwetsbare positie.

Doordat de orders vanuit Europa nogal onregelmatig verlopen (in functie van de lopende projecten), worden quasi alle werkers betaald per piece rate. Dit maakt dat hun inkomen afhankelijk is van het aantal stuks die ze hebben geproduceerd. Een logisch gevolg voor een alleenstaande moeder is dat zij haar kinderen aan het werk zet in de cobble industrie om in het levensonderhoud van het gezin te helpen voorzien.

Daarenboven blijkt de ‘minimum wage’ in de fabrieken, groeves of cobble yards niet altijd te worden gerespecteerd, waardoor het verzamelde aantal roepies niet afdoend blijkt te zijn om in de kost van een basis levensbehoefte te kunnen voorzien. Hierdoor is het ook in ‘normale’ tweeoudergezinnen niet ongewoon dat kinderen meehelpen met het steenkappen.

Bovendien is het in India een gangbare praktijk dat arbeiders worden betaald d.m.v. een voorschot (van om en bij de drie maanden salaris), wat hen afhankelijk maakt van hun werkgever. Juridisch is het niet altijd mogelijk om dergelijke situaties als gedwongen arbeid, of erger, slavernij te kwalificeren, maar officieus betreedt men door deze praktijk een grijze zone waardoor arbeiders in schulden komen te staan bij hun werkgever. De meeste gezinnen blijken dan ook al 3 of 4 generaties lang te werken voor eenzelfde groeve-eigenaar. Deze voorziet de werkers van gammele optrekjes op de site waarin zij met hun gezin kunnen wonen. Dit is naar Indiase standaard een veel voorkomend gegeven, maar in het Westen totaal ondenkbaar. Kinderen komen al wonend in de groeve zelf heel vroeg in contact met het enige toekomstperspectief dat de regio biedt, of erven in het ergste geval de schulden van hun ouders in geval deze overlijden.

Onderwijs

Publieke scholen scoren ondermaats qua infrastructuur en lesinhoud. Leraren zijn niet gemotiveerd, of komen niet opdagen. Het nut van naar school gaan, wordt dan snel omgevormd tot een bezigheid die nergens toe leidt en die beter kan vervangen worden door het enige dat de regio te bieden heeft: de kinderen inzetten als extra bron van inkomsten. Kortetermijndenken is typerend voor wie in armoede leeft.

Doordat gebrek aan educatie een generatie-overschrijdend probleem is, leeft het belang van onderwijs simpelweg niet in bepaalde gemeenschappen. Kinderen die aan het werk zijn: het wordt ‘als normaal’ aanzien, ook al verbiedt de Indiase wetgeving dit onder de 14 jaar (of in het geval van gevaarlijk of zwaar werk zoals de natuursteenindustrie, onder de 18 jaar). Want het probleem zit niet zozeer in een gebrek aan gefundeerde wetgeving, maar eerder in een lakse naleving en controle ervan.

Algemene werkomstandigheden

Vers drinkwater, EHBO-set, afgescheiden (functionele) toiletten, werkzones in de schaduw, persoonlijke beschermingsmiddelen, werkzekerheid, ziekteverzekering, het ontvangen van een leefbaar loon, uitbetaling via bankoverschrijving i.p.v. cash, kennis van sociale rechten, enz. … het blijkt een lange wish-list waaraan niet of te weinig wordt voldaan. Ongeletterdheid, gebrek aan educatie en aan toekomstperspectief leiden eveneens tot een verwaarlozing van de eigen gezondheid, alcoholmisbruik, gebrek aan persoonlijke hygiëne, enz.

Is er wel licht aan het einde van de tunnel?

Bovenstaande opsomming vat slechts een fractie samen waar het Arisa-rapport het over had in 2005. Zoals gezegd zijn sindsdien talrijke organisaties en samenwerkingsverbanden aan de slag gegaan om inzicht te krijgen in de complexiteit van het probleem via uitgebreide studies en projecten ter plaatse. En die blijken moeizaam maar zeker hun vruchten af te werpen. ‘Customer satisfaction’ is immers een grote drijfveer voor vele lokale fabrieks-, yard- en groeve-eigenaren, en daarom zijn ze bereid te luisteren én te handelen naar de wish list van de kopers.

De voorbije jaren werd vanuit koperszijde duidelijk op de alarmbel geduwd dat kinderarbeid in Europa een absolute ‘no go’ is. Sindsdien is het een fenomeen dat nauwelijks tot niet meer wordt waargenomen in de regio. Althans niet in de (betere) groeves, fabrieken en yards. Bij de ingang prijken sinds enkele jaren grote panelen met daarop in Hindi en Engels ‘Child Labour Free Zone’. Moeilijker is de controle bij de huishoudens zelf waar het vooral vrouwen zijn die het kapwerk thuis combineren met het huishouden en het oppassen op de kinderen.

Sommige yards leveren sinds enkele jaren extra inspanningen waardoor nu 3 van de grotere yards tot ‘model yard’ worden kunnen worden benoemd. In deze model yards is vers drinkwater aanwezig, gebruiken de vrouwen werkhandschoenen, werden er shelters gebouwd teneinde in een schaduwzone te kunnen werken, is een EHBO-kistje aanwezig, zijn er gescheiden toiletten voor mannen en vrouwen, en sommige model yards investeerden zelfs in de aanleg van een speeltuintje en crèche voor de vele jonge kinderen die meekomen met hun moeder.

Top down

Hoe banaal sommige zaken voor ons, Westerlingen, ook mogen klinken, de eerste stappen van succes worden gezet door het implementeren van kleinschalige aanpassingen ‘on the ground’. Ze betekenen voor de werknemers, gezinnen en kinderen ter plaatse vaak een groot verschil. Die verschillen zijn na jarenlange inspanning meet- en zichtbaar in zowel de bedrijven, het dorp, als de scholen in de regio. De gunstige resultaten zijn er gekomen doordat overheden, bedrijven en ngo’s in BE/NL en elders de krachten hebben gebundeld samen met ngo’s en bedrijven ter plaatse in Budhpura. Het is immers zowel een top down als een bottom up verhaal. We hebben het in het bijzonder over de financiële steun van de Nederlandse en Vlaamse overheid, de ngo Arisa, en bedrijven zoals BeltramiStoneasy.com en London Stone die deze projecten van bij het begin trekken en ondersteunen.

Bottom up

Al deze inspanningen zouden niet tot het huidige resultaat kunnen leiden zonder de samenwerking on the field met ARAVALI, een organisatie die een brug slaat tussen de Indiase overheid en organisaties ter plaatse zoals Manjari. Deze laatste heeft baanbrekend werk verricht door zich te nestelen in het hart van Budhpura, en zo het vertrouwen te winnen van de lokale bedrijven, de gezinnen en de kinderen. Door de gemeenschap te wijzen op hun rechten en hen cruciale zaken bij te brengen over gezondheid en veiligheid, staan ze vandaag sterker, worden ze mondiger, leren ze opkomen voor zichzelf en meedenken over veranderingen.

Ziekteverzekeringen bleken een goede deuropener te zijn om het vertrouwen te winnen van de gemeenschap en bedrijven, alsook veelvuldig gelobby voor meer en betere leerkrachten in de regio werpt zijn vruchten af. Dit aantal is immers verdubbeld en 75% van de kinderen tussen 6 en 14 jaar gaat er vandaag naar school. Publieke scholen werden voorzien van toiletten en omdat de regio weinig alternatieve inkomstenbronnen biedt, werden naaiopleidingen voor meisjes en elektricien-opleidingen voor jongens uitgewerkt. Er wordt door de kinderen ook veelvuldig gebruik gemaakt van een lokale bibliotheek en recent werd een cricketveld aangelegd, omdat kinderen simpelweg kinderen moeten kunnen zijn.

Voorbeeldproject

Het succes van het lopende Child Labour Free Zone project lokt andere risicosectoren zoals de thee- en schoenenindustrie naar Budhpura. Het wordt bijna als een voorbeeldproject gezien ter inspiratie van hoe het anders kan wanneer lokale en internationale business, én de lokale gemeenschap gaan samenwerken. Want ook al is de motivatie om te investeren in een socialer beleid bij lokale handelaars in eerste instantie geldgewin, toch leidt dit op termijn tot een bewustzijnsverruiming waarbij men inziet dat het niet anders kan maar anders moet. Een kentering is dus zeker aan de gang, maar er is nog veel werk te verrichten. En dat is waar jij, als lezer van dit verhaal en als inkoper, handelaar, voorschrijver, verwerker of eindconsument letterlijk een steen kan verleggen.

Wat kan jij doen?

Willen we onze cultuur opdringen? Helemaal niet. Er is al globalisering en bijhorende eenheidsworst genoeg. Toch mag dit geen excuus zijn om de blik af te wenden van onze eigen verantwoordelijkheid, meer nog, van de verantwoordelijkheid jegens de OESO-richtlijnen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Dit verhaal start bij het zien met eigen ogen. Dit wil zeggen dat je als inkoper niet enkel onderhandelt met je exporteur in Delhi of Jaipur, maar dat je afreist tot in de groeve, de fabriek of de cobble yard zelf, tot bij die vrouwen en mannen die jouw stenen kappen tot dat product wat jou succesvol maakt. Overleg met je supplier waarom een beter sociaal beleid en een ketentransparantie een voorwaarde is voor zaken doen. Jouw persoonlijke aanwezigheid én betrokkenheid wordt zonder twijfel ernstig genomen. Ga na wat er nu of morgen kan veranderd worden en zoek samen naar oplossingen. Handschoenen, stofmaskers, een hoger loon, ziekteverzekering en schoolgaande kinderen betekenen een wezenlijk verschil.

Overdenk of je bereid bent een meerprijs te betalen mits garantie van een hoger loon voor de werknemers. Overweeg of jouw partner wel de juiste partner is, enkel en alleen omdat hij goedkoper kan leveren. Denk na over hoe je jouw partners die wél investeren in een beter sociaal beleid, hiervoor kan belonen. Smeed samen een vertrouwensband en geef hen bv. garanties op een langdurige samenwerking. Laat hen zien dat je meent wat je zegt, dat je bereid bent mee te denken, maar dat je waar wenst voor je geld.

Niet enkel importeurs hebben hun verantwoordelijkheid te nemen, want dit verhaal richt zich tot élke schakel in de keten. Dus ook als kleinhandel, verwerker, aannemer, voorschrijver en zelfs eindconsument kan je je rol hierin spelen door aan te kopen bij een verdeler die transparant communiceert over zijn supply chain of door je aan te sluiten bij initiatieven die ijveren voor ketentransparantie zoals TruStone.

Gebundelde krachten

Uiteraard is dit een moeizame weg wanneer je alleen als individu wat op je borst gaat slaan. De voorbije jaren hebben bewezen dat gebundelde kracht tot effectieve veranderingen leidt. Maar die kracht kan en moet nog groter en sterker. Het project No Child Left Behind telde bij de start slechts 2 deelnemende bedrijven: Stoneasy.com en Beltrami. Deze werden later versterkt door London Stone. Nochtans werden er tot op heden dankzij de overheidssteun en de samenwerking met Arisa, ARAVALI en Manjari al heel wat mooie prestaties gerealiseerd. Laat dit een oproep zijn aan Westerse bedrijven om toe te treden en om dit project verder vooruit te helpen.

Uiteraard is ook de slaagkans van TruStone, het multistakeholderinitiatief tussen Vlaanderen en Nederland, maar zo sterk als zijn aantal actief participerende leden. Hoe meer leden een transparant zicht eisen op de keten waarvan ze deel uitmaken, hoe meer druk op fabrieken en groeves van waaruit wordt ontgonnen. Customer satisfaction, remember? Engageer je om je eigen Due Diligence uit te voeren, en laat de OESO-richtlijnen gelden. Wees bereid om samen met de eigenaren van groeven en fabrieken mee te werken richting een beter beleid.

TruStone richt zich tot zowel importerende als niet-importerende bedrijven, maar evenzeer tot aanbestedende overheden, en ja ook die hebben een groot aandeel in dit verhaal. Materiaalkeuzes op basis van het beste prijsvoorstel werken onethische praktijken in landen van herkomst simpelweg in de hand. Bovendien bezorgen onrealistische levertermijnen voor grote druk op de productie units. Hierdoor gaan exporters ‘shoppen’ wat zand in de ogen strooit van het due diligence proces. Vraag in bestekken naar het due diligence proces van de leverancier en naar zijn visie en plan van aanpak. Volgens Manjari is vragen naar certificaten en audits immers niet zozeer van belang, maar wel vragen naar bewijs waaruit blijkt dat de leverancier zich engageert in een proces die de situatie op de grond verbetert.

De vraag is…

Dit verhaal gaat vandaag over individuele successen en kleine winsten voor het collectief van de gemeenschap. Want ook al is in onze Westerse mindset ‘the sky is the limit’ en moet alles in een vingerknip worden geklaard, daar, in het hart van Budhpura, gaan wij als westerling generatie-overkoepelende gewoontes niet zomaar veranderen en worden we geconfronteerd met de traagheid van de daar geldende realiteit. Het is een realiteit die wij niet naar onze hand moeten zetten, want wij hebben de waarheid verre van in pacht. Maar we dienen ons wel bewust te zijn en de ogen te openen voor datgene wat we kunnen doen. Vanuit onze knowhow weten we dat kleine veranderingen grote verschillen kunnen maken en dat die verschillen er kunnen komen wanneer we lokaal grondwerk combineren met druk én engagement vanuit internationale inkoperszijde.

En ja, dit is een warme oproep naar jullie allen: importeurs, kleinhandels, voorschrijvers, verwerkers en aanbestedende overheden. We hebben elk onze rol te spelen in dit verhaal, hoe klein of groot ook. De vraag is: wat ga jij doen?

Meer info:

www.nochildleftbehind.co.uk | www.febenat.be | www.imvoconvenanten.nl/natuursteen of www.trustone.be | www.arisa.nl | www.stopchildlabour.org


Polycaro nr° 70 – uitgave June 2020 – www.polycaro.be
Unique b2b-magazine voor keramiek, composiet & natuursteen in de Benelux

Continue Reading

Rajender, het verhaal van een leerkracht

Rajender is leraar op de basisschool in een van de dorpjes rondom Budhpura. De bijna dertig kinderen in de klas kijken aandachtig wat hij op het bord schrijft. “Er is hier de afgelopen jaren zo veel gebeurd”, zegt hij, “zo’n vier jaar geleden kwamen er nauwelijks kinderen naar school”. De belangrijkste redenen? Het ontbreken van bewustzijn bij ouders over het belang van scholing en het gebrek aan kwalitatief goed onderwijs.

De lokale ngo Manjari trok de dorpen in om de ouders te bereiken en zette zich in om de kwaliteit en het aanbod van het onderewijs te verbeteren. Met succes: Inmiddels gaat 90% van de kinderen in dit dorpje naar school en zijn de voorzieningen op de scholen verbeterd. “Goede scholing, betekent een kans op beter werk en daardoor een betere toekomst voor deze kinderen”, zegt Rajender, “en daar zet ik mij graag voor in.”

Continue Reading

Successen en lessen uit evaluatie Stop Kinderarbeid

In oktober 2016 is het ‘Out of Work and into School’ programma van de coalitie Stop Kinderarbeid, dat liep van mei 2014 tot april 2017 en is gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, extern geëvalueerd. Doel van het programma was het realiseren van kinderarbeidvrije zones in Azië, Afrika en Latijns-Amerika middels een gebiedsgerichte aanpak, en de mobilisatie van MVO-initiatieven en bedrijven om kinderarbeid actief aan te pakken in hun volledige productie- en toeleveringsketen. Ons project ‘No Child Left Behind’ maakt deel uit van dit grotere programma, en werd ook geëvalueerd.

Een kort overzicht van de bereikte resultaten:

  • voor 361 kinderen is voorkomen dat ze kinderarbeider werden en maar liefst 593 kinderen werden uit het werk gehaald, op een totaal van 1019 kinderen die aanvankelijk niet naar school gingen
  • 7 scholen (6 primair, 1 secundair) zijn nu volledig functioneel, in vergelijking met slechts 1 voorheen; er zijn 8 voorschoolse centra (Anganwadis) aanwezig, voorheen waren die niet open.
  • in juni 2017 worden extra leraren aangesteld, dankzij de lobby van Manjari bij de deelstaatregering.
  • 84 tienermeisjes (15-18 jaar) voltooiden een naaiopleiding, en 22 jonge mannen (15-18 jaar) rondden een 6 maanden durende elektricienopleiding af, waardoor ze zelfstandiger kunnen zijn en niet meer alleen afhankelijk zijn van de steenhandel.
  • 17 zelfhulpgroepen voor vrouwen (SHG) zijn opgericht, bestaande uit 197 leden. Middels SHG’s kunnen vrouwen collectief sparen en toegang tot krediet krijgen. SHGs worden ook gezien als een instrument voor het vergroten van zelfbeschikking voor vrouwen.
  • 570 mensen ontvingen pensioenen of uitkeringen voor weduwen, waarvan ze het bestaan niet eens wisten.
  • 586 werknemers kregen een gezondheids- en ongevallenverzekering, betaald door de werkgevers. Manjari hoopt het programma in 2017uit te breiden naar alle werknemers.
  • 69 steengroeven en – handelaars namen de kwestie van verbod op kinderarbeid serieus, met de sancties op een overtreding van dit verbod. 14 groeven hebben zelfs camerabewaking geïnstalleerd
Continue Reading